Vandaag lazen we over het ritueel van het zenden van de zondebok naar de Azazel in Bijbelse tijden. Een van de twee bokken werd op bloedige wijze de rotsen afgejaagd, de wildernis in.
“Lev. 16, 7-10. 20-22”
Hoe begrijpen we dit 'zondebokrituee?' Waarom lezen we het ieder jaar weer, ook voeren we het ritueel niet meer uit?
Leggen we het als archaïsch, bloedig, primitief en afschrikwekkend ritueel ter zijde? Want wij zijn nu gecultiveerd, verlicht en diervriendelijk geworden en kunnen er hooguit nog om lachen?
Voelen wij ons verheven over dit oude brute ritueel uit een lang en duister verleden?
Of zien we de diepere spirituele en psychologische betekenis erin? Zien we de actuele betekenis van Jom Kipoer erin?
Ik wil in dit droosje kort beschrijven, hoe dit ritueel uitgevoerd werd, zoals beschreven in Tractaat Yoma.
Dan wil ik kort uitleggen, wie Azazel is.
Tot slot wil ik ingaan op de spirituele betekenis van dit ritueel.
Uitvoering van het ritueel:
De hogepriester trok de loten over de twee bokken. Het lot bepaalde, welke van de gelijk uitziende bokken voor Azazel was. De hogepriester legde zijn handen op het hoofd van de bok en sprak voor heel Israël de zondebelijdenis uit. Welke zonden worden beleden? Avon, pesja en chata van alle Israëlieten: dus zonden tussen mens en God en mens en mens, begaan met opzet, met rebellieuze intentie en uit nalatigheid.
Die bok werd een rode draad wol om zijn hoofd gebonden. Een bepaalde man nam de bok en bracht hem door de Nikanorpoort in de tempel richting de woestijn, naar een zeer scherpe rots. In 10 stappen, met stops voor eten en drinken in daarvoor opgebouwde hutten, werd de bok naar de scherpe rots geleid. De rode woldraad werd in tweeën geknipt: de ene helft werd tussen zijn hoorns gebonden, de andere helft aan de rots. Achterwaarts werd de bok van de rots geduwd, naar beneden gegooid, zodat hij op de scherpe rotsen verpletterd werd. De rode draad aan de rots verkleurde wit als teken, dat God Israëls zonden vergeven heeft.
Dus de belangrijke elementen van dit ritueel zijn: hardop met woorden uitgesproken zondebelijdenis, berouw, wegbrengen en vernietigen van de zondebok, en verzoening.
Wie is Azazel?
Nergens anders in te Tenach komt dit woord, deze naam voor.
Er zijn verschillende uitleggen;
Az= sterk, El= kracht, dus een sterke, ruige plek in de wildernis. Dit zie ik als symbool voor de harde sterkte van zonden en de kracht die vaak nodig is, om deze onder ogen te zien, toe te geven, berouw te tonen, te belijden, uit te spreken, om vergeving te vragen en weer goed te maken.
Az= sterk, El= God, dus een sterke God, het gepersonifieerde kwaad. Dit zie ik als symbool, of metafoor, dat onze slechte neigingen, als we niet omkeren, tesjoewa doen, als we ze negeren of goed praten of verdringen, zij ons beheersen en leiden, onze persoonlijkheid vervormen, tot onze God kunnen worden.
Ez= geit, azal= verdwijnen, dus de geit, die verdwijnt. Dit zie ik als bemoediging, dat ondanks alle moeite en schaamte en angst, verzoening en vergeving mogelijk is, dat het uitspreken en belijden van onze zonden uiteindelijk bevrijdend is.
Nachmanides, rabbijn uit de 13de eeuw, zegt dat Azazel gelijk is aan Samael, de satan, de leider van de demonen, die destructief zijn. Deze bok, die onze zonden draagt, die voor God staat, laat God sturen naar Azazel, de satan.
Dat zou betekenen, dat wij onze zonden echt kwijt kunnen raken. Niet er levenslang mee opgescheept zijn. Het boze, het slechte en destructieve, wordt teruggebracht naar de plek, waar het vandaan komt, naar de demonen, naar de scherpe rots, waar ze verpletterd worden. De Talmoed zegt, dat, als een mens zondigt, het is, alsof hij bezeten is van een vreemde macht, een demon, dus niet zichzelf is.
Wat is de spirituele betekenis van dit ritueel?
Wat is de diepere boodschap van Jom Kipoer?
Is het een ritueel, waarmee we ons door een bokje makkelijk af kunnen maken van onze misdaden, leugens, vergissingen en destructieve energieën?
Of is het juist een ritueel, dat ons bemoedigt, de moeilijke 10 stappen van zelfherkenning, schaamte, angst, berouw, uitspreken, toegeven, vergeving vragen, goed maken, vergeven en verzoenen te nemen? Ik denk, dat het laatste waar is. Zo ziet ook Maimonides dit verhaal: het zal ons bemoedigen, aansporen, wakker schudden, om tesjoewa te doen, en juist niet door magisch denken en handelen dit ons voelen, denken en handelen omkerende proces te verdringen.
Met Jom Kipoer vieren en demonstreren wij, dat het mogelijk is, onze zonden kwijt te raken. Dat wij na Jom Kipoer het nieuwe jaar beginnen, zonder onze avon, pesja en chata. Dat die echt niet meer bestaan, al onze vergissingen, slordigheden, nalatigheden. Onze boosheden, woede, jaloezie, frustraties en leugens. Onze destructieve wraakgevoelens en acties, onze blokkades tegenover onszelf en anderen. Alle bewuste en onbewuste muren die wij opgericht hebben, om juist niet onszelf en anderen te laten ontplooien in hun kracht, creativiteit en heiligheid.
Dit is de ongelofelijke boodschap van Jom Kipoer: dat wij niet vastzitten met onze fouten en zonden. Dat die niet onze identiteit bepalen! Ook niet die van de ander. Dat we ze door het actieve proces van tesjoewa, belijdenis en verzoening kwijt kunnen om wit te worden, rein, tahor, zoals we nu hier allemaal in wit gekleed zitten.
Dat onze zonden in essentie niet bij ons horen, dat de destructieve krachten in essentie ons vreemd zijn en ons ook van onszelf, anderen en God vervreemden. Dat onze zonden ons van onze echte opdracht, heilig en tahor te zijn, vervreemden.
Jom Kipoer betekent, dat wij als diepste waarheid voelen, wat we in het ochtendgebed bidden: de ziel, die U me geven hebt, God, is rein. Elohai, ha nesjama sje-natata bi, tehora hi.
Kunnen we dit echt geloven, internaliseren? Of vinden we het kwijtraken van zonden net zo magisch als dit bokritueel?

bron: zastavki.com
Het klopt, deze boodschap is erg moeilijk. Nog moeilijker is het, ze ook in gedachten, emoties en handelen om te zetten, werkelijkheid te laten worden, ervaarbaar en tastbaar te maken. Dat vereist veel inspanning, bewustwording, overwinning van weerstanden en vooroordelen, vertrouwen tegen alle twijfel en terugval. Dit is net zo hard werken als de rots hard en ruig is, waardoor de bok verpletterde.
Want we vragen ons: kan ik echt veranderen? En de ander ook? Iedere keer trap ik in dezelfde valkuil. Ik ben gewoon zo door mijn opvoeding en karakter. Waarom nog al die moeite doen, te veranderen? Te vernieuwen? Ik ben gewoon een hopeloos geval. Een keer dief, altijd dief. De ander kan nog zo zijn best doen, hij blijft toch een idioot, een schurk, een sukkel.
Tegen dit fatalisme en cynisme in, vieren wij ieder jaar Jom Kipoer. Hoeveel moeite het ook kost, hoe rotsscherp ook onze twijfel en weerstanden zijn, dat in de kern van ons bestaan wij rein en heilig zijn en in staat, ook volgend jaar het programma van Tora en Mitzvot uit te voeren met kracht en vreugde. Altijd hebben wij de kans, verder te klimmen op deze weg van heiligheid, van omkeer, van vergeving, verandering en creativiteit, om die personen te zijn en te worden, die God door ons geschapen heeft: een reine ziel, die geschapen is uit een goddelijke bron en daar naartoe teruggaat. Op onze weg door het leven komen we kwaadheid en destructieve krachten tegen, we ontmoeten ook soms Azazel, satan, zij staan in onze weg, maar ze horen niet bij ons. Wij horen hun te overwinnen. Jom Kipoer geeft ons de kracht en de moed en de zekerheid, dat dit mogelijk is en de moeite waard.
Een goede ne'iela gewenst, en een
Gemar chatiema tova.
Drs. Bettina van Steenis-Vetter. Jom Kipoer, 19 september 2018 / 10 tisjri 5779