LJG Twente is er ook voor U.

28 maart 2023 | 6 Nisan 5783

Derasja voor Rosj Hasjana tweede avond 2020 - 5781

Derasja voor Rosj Hasjana tweede avond 2020 - 5781

We gedenken vandaag opnieuw de geboorte van de mensheid, onze eigen verjaardag. En zoals vaak op een verjaardag kijk je terug op die dag en stelt de jarige daarover vragen. Hoe was het? Op welke dag? Hoe was de situatie toen? Waren jullie blij toen ik geboren werd? Het is eigenlijk vreemd dat juist in de herfst, de tijd waarin alles in de natuur zo’n beetje op zijn eind is en we ons voorbereiden op een koude winter, wíj beginnen met het lezen over het ontstaan van leven, een nieuw begin.

Kijken we dan zelf terug naar het gedetailleerde verhaal van de schepping, van onze schepping, onze geboorte, dan vallen verschillende dingen op. Om te beginnen zijn het twee verhalen. In het eerste lezen we dat de Eeuwige zelf de schepper is, maar soms lijkt het alsof Hij op bepaalde momenten Zijn werk een beetje uitbesteedt: “Laat het water dat onder de hemel is zich verzamelen op één plaats.” En dat gebeurde. “Laat de aarde planten voortbrengen, zaaddragende gewassen, vruchtbomen…..” En dat gebeurde. En de Eeuwige zag dat het goed was. "Laat de aarde levende wezens voortbrengen naar zijn soorten," en dat gebeurde. En zó maakte de Eeuwige de grote zeedieren en verschillende soorten vogels, met behulp van het water en de aarde zo lijkt het. Een versnelde evolutie onder woorden gebracht.

Maar dan zegt de Eeuwige ineens: "Na’aseh adam - Laat ons mensen maken naar ons beeld, naar onze gelijkenis" alsof Hij duidelijk wil maken dat Hij ‘persoonlijk’ de initiatiefnemer is voor de geboorte of het ontstaan van de mens. Aldus het eerste verhaal. Maar wie zijn die ‘ons’ en wat is ‘onze gelijkenis?'

In het tweede verhaal wordt alles wat vooraf ging aan de schepping van de mens terloops genoemd als een opstapje naar de schepping van de mens; meteen staat deze in het middelpunt van de belangstelling. De Eeuwige zelf blaast hem de levensadem in. Dit zijn de verhalen van onze geboorte.

Toch zitten we een beetje met een probleem: wat betekent het dat we naar het beeld en de gelijkenis van de Eeuwige gemaakt zijn? We kunnen en mogen geen beeld en geen gelijkenis van hem maken! Het moet dus iets anders betekenen. Wij hebben het antwoord al klaar: het gaat niet om Zijn uiterlijk, maar om Zijn innerlijk, om Zijn handelen. Maar dat was voor de Israëlieten niet meteen duidelijk, zie het verhaal van het gouden kalf. In een van de laatste parasjot, Ki tavo, zijn ons Zijn richtlijnen voor een goed leven voorgehouden. Door zo te leven zal het onszelf en het volk goed gaan. Maar niet alleen wij, zelfs de hele schepping zal daarbij gebaat zijn. We nemen dus a.h.w. deel aan de voortgang van die schepping. Is dat misschien de betekenis van ‘ons’? Maken wij deel uit van zijn creatieve handelen?                                                                                                                                           

Het deel van de parasja waar ik op doel, begint zo: “Wees stil en luister Jisraël; vandaag de dag ben je voor de Eeuwige je G-d tot een volk geworden” zegt Mosjee. Het begint met “Sjema,” luister. De Eeuwige spreekt niet zelf, maar het zijn de Levieten die in opdracht van Mosjee verschillende vervloekingen uitspreken. Het gaat net als in het eerste scheppingsverhaal ‘via,’ in dit geval via de mens. Ik noem enkele vervloekingen die ons op het spoor kunnen brengen van het wezen van de Eeuwige in wiens beeld we geschapen zijn: ”Vervloekt wie zijn vader en moeder verachtelijk behandelt, wie de grenslijn van zijn naaste verzet, wie een blinde op een verkeerde weg leidt, wie het recht van de vreemdeling, de weduwe en de wees verdraait, wie gemeenschap heeft met zijn zuster, wie zijn naaste heimelijk neerslaat, wie omkoopgeld aanneemt om iemand die onschuldig is terecht te stellen…..”  Maar het eerste verbod betrof ook hier het maken van een gehouwen of gegoten beeld. En op al deze vervloekingen zegt het volk “amen.” De gevolgen van het niet handelen op de voorgeschreven manier komen in het vervolg aan de orde. Ik zie die niet als een straf, maar als de consequentie van ons gedrag.

De laatste maanden is er veel gesproken en geschreven over de noodlottige gevolgen van ons menselijk handelen op vele gebieden. En juist nu met Rosj Hasjana staan we daarbij stil en vragen onszelf af: zijn we afgedwaald van onze taak als mensheid? Wanneer en waar is het fout gegaan? Is dit nog te herstellen? In zijn boek ‘Guns, Germs and Steel’ schrijft Jared Diamond dat met de komst van de mens veel is misgegaan in de wereld en in de schepping. Door onze overmacht zijn b.v. grote diersoorten verdwenen in Australië en virussen werden gebruikt om bevolkingsgroepen te elimineren. De Israëlische zangeres Noa zingt het scheppingsverhaal opnieuw, de eerste dag, de tweede dag, de derde dag enz. Maar aangekomen bij de zesde dag, stopt ze abrupt. De mens wordt niet geschapen! Dit is haar protest. Wat is er overgebleven van het beeld en de gelijkenis van G-d? Kunnen we ooit aan deze hoge verwachtingen van de Eeuwige voldoen? Ligt dat niet ver boven onze macht?    

In de volgende parasja, Nitsavim, wordt ons een hart onder de riem gestoken: “Want dit gebod dat ik je heden voorschrijf is niet iets bovennatuurljks voor je en het is niet iets dat ver verwijderd is. Het is niet in de hemel, zodat je zou moeten zeggen: “Wie stijgt er voor ons op naar de hemel, haalt het voor ons en laat het ons horen, zodat we het kunnen doen.” Ook is het niet aan de overkant van de zee, zodat je zou moeten zeggen: ”Wie steekt er voor ons over naar de overkant van de zee…..” In tegendeel, volkomen binnen je bereik is het gebod om het met je mond uit te spreken, maar ook om het met overgave van je hart te doen.

Ik denk dat dit het is wat er bedoeld wordt met ‘geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van de Eeuwige.’ We hebben het in ons om het goede te doen. We zijn vrije mensen en hebben een keuze. Hij heeft ons zelf Zijn levensadem ingeblazen! En misschien wordt met dat ‘ons’ wel het volgende bedoeld: de Eeuwige zegt tegen de mens: laten we samen een mens maken, klim op uit het animale niveau van denken en doen en word een ‘mensch’! Je bezit grote creativiteit en Ik geef je voorschriften die je in jezelf zult herkennen. Die zijn niet aan de overkant van de zee of in de hemel maar ‘bil’vavcha’ , in je hart. Na’aseh adam,’  die oproep klinkt nog elke dag.

Laten we de tijd van inkeer die nu voor ons open ligt gebruiken om de weg naar onze oorspronkelijk bestemming te hervinden.           

Chag sameach en Sjana tova

 

Dra. Gonnie blok-Dragt / Rosj Hasjana 2 tisjri 5781 - 19 september 2020 

 

 

Nieuws

Baroech haba - Welkom bij de Liberaal Joodse Gemeente Twe Lees meer >>

maart

  • <  
  •   >
z m d w d v z
 
 
 
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
12
 
13
 
14
 
15
 
16
 
17
 
18
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
31