Vandaag, Sjabbat Behar, lezen we over veel zaken. Over Sjemitta, het Jubeljaar, over slavernij, maar ook over het verbod op het nemen van rente onder elkaar. In de Islam bestaan vergelijkbare regels over rente; er zijn islamitische banken die het ondanks de bankencrisis van onlangs heel goed hebben gedaan. Ik ga u geen lesje in bankieren geven, van geld heb ik geen enkel verstand, maar blijkbaar doen zij iets beter dan de ons zo bekende westerse Abn-amro en ING-achtige banken.
www.hidabroot.com
Why we keep shemittah
Het resultaat van het stellen van grenzen aan het vragen van rente zoals die door de halacha en de sjaria, Islamitische wet, worden voorgeschreven blijkt gunstig te zijn. Deze onthouding van rente is afgeleid van de sidra van deze week: "Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zich niet kan handhaven, moet je hem bijstand verlenen, zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te gast is. Je mag van hem geen rente vragen. Toon ontzag voor je God en laat je broeder niet verkommeren" (Wajikra/Lev. 25:35-36). Wat zit er achter dit Bijbelse verbod? Als men een auto mag uitlenen tegen een huurprijs, waarom zou men dan geen geld mogen uitlenen tegen een "huurprijs;" in dit geval rente? En zowaar vestigt de vooraanstaande middeleeuwse verklaarder Nachmanides er de aandacht op dat de Tora in Devariem [Deuteronomium] nadrukkelijk toestaat rente in rekening te brengen aan de niet-Jood, terwijl er beslist geen onderscheid wordt gemaakt tussen Jood en niet-Jood als het gaat om roof, moord en diefstal. Want ‘een wet zal er zijn voor ieder in het land.’ Dit gegeven doet Nachmanides concluderen dat het nemen van rente absoluut geen smet op iemand werpt en dat het geen-rente-vragen aan Joden alleen maar berust op een beweegreden zoals "familie" te ontzien. Van je naaste familie ga je ook geen rente vragen. Je zou hierbij kunnen denken aan de coöperatieve kredietverenigingen zoals we die kenden bij de Boerenleenbank van vroeger. Deze verenigingen boden hun leden speciale rentetarieven aan. Rabbi Samson Raphael Hirsch (1808-1888), de stichter van de neo-orthodoxie in Duitsland, gaat nog een stap verder dan Nachmanides. Hij verklaart dat het toestaan om rente aan niet-Joden te vragen in het bijzonder nodig was om zo doende aan te tonen dat het uitlenen tegen rente geen ethisch onderwerp is, maar handel. In tegenstelling tot Nachmanides stelt Rabbiner Hirsch dat de onderliggende reden voor het al of niet mogen nemen van rente is dat men inziet dat de aarde van God is en dat al onze "bezittingen" in bruikleen van Hem zijn. Zij dienen derhalve gebruikt te worden in overeenstemming met de richtlijnen die door de "Grote Eigenaar" zijn gegeven. Maar er wordt ook gesteld (*) dat er van nature een onderliggend probleem is met je brood verdienen met het lenen tegen rente, namelijk dat God verlangt dat wij in ons onderhoud voorzien door het werk van onze handen en niet door niets te doen terwijl ons geld voor ons ‘werkt.' 'In het zweet uws aanschijns' - weet u wel. Om zijn bewering te staven haalt hij het volgende vers (28:8) in Devariem aan: 'De Eeuwige zal zijn zegen laten rusten.... op alle arbeid die u verricht.' De Tora vraagt dan ook van ons om op zijn minst onze betrokkenheid bij het nemen van rente tot een minimum te beperken. Met als uitgangspunt een vers in Ezechiël gaan vroege rabbijnen zo ver om te stellen dat iemand die dit verbod om niet met het werk van onze handen ons brood te verdienen, schendt, het eeuwige leven in de 'toekomstige wereld,' de Olam HaBa, zal worden onthouden.
Met deze les in gedachte kunnen wij een humoristische anekdote wel waarderen. Een beruchte en gehate geldschieter was in Posen (ooit Pruisen, nu in Polen) gestorven. De plaatselijke chevra kadisja (Joodse begrafeniswezen) zag haar kans schoon de familie van de overledene een exorbitant bedrag te vragen voor haar diensten. De familie bracht de zaak voor de Pruisische rechter, die de rabbijn van de stad, Rabbi Akiva Eiger (1761-1831), opriep het standpunt van de chevra kadisja toe te lichten. De scherpzinnige rabbijn legde uit dat Joden geloven in een uiteindelijke lichamelijke wederopstanding uit de dood, die dan gevolgd wordt door het eeuwige leven in de 'toekomstige wereld.' Dat is de reden dat graven slechts tijdelijk worden gebruikt, namelijk tot de tijd dat de wederopstanding zal zijn aangebroken. Maar, legde de rabbijn verder uit, de profeet Ezechiël heeft ons laten weten dat woekeraars zowel wederopstanding als het eeuwige leven zullen worden ontzegd. Dit zo zijnde, argumenteerde rabbi Eiger, is het alleen maar terecht dat dit graf van een woekeraar meer moet kosten; tenslotte zal het gebruik ervan permanent zijn!
Ik wens u Sjabbat sjalom!
Bert Oude Engberink, Sjabbat 25 mei 2019 / 20 iyar 5779
(*) Rabbi Jitschak Jehoeda Trunk, een Oost-Europese verklaarder uit de 20ste eeuw