Elk jaar, te beginnen met Pesach, afgesloten op Sjawoeot, beleven de Joden de voorouderlijke reis van verbetring die begon met de Uittocht uit Egypte en uitmondde in de Openbaring bij de berg Sinaï vijftig dagen later. Volgens de rabbijnen was de omvorming van slavernij naar vrijheid niet volledig tot de Israëlieten aan de voet van de berg stonden en ze de stem van de Ene hoorden.
Er bestaan vele legendes en mystieke leringen over de Openbaring bij de Sinaï met een overvloed aan metaforen voor de spirituele reis voor ons eigen leven. Ze bieden een uniek model van een geestelijk ontwaken dat is gebaseerd op gemeenschapsleven. In tegenstelling tot de spirituele tradities die gericht zijn op individuele verlichting, zoals vaak in de Oosterse religies, begint het Jodendom met de collectieve openbaring die we Mattan Thora, het geven van de Thora, noemen.
Wat konden de Israëlieten volgens het woord Gods op de berg horen. De Sinaï zelf? Volgens de Midrasj vond de openbaring plaats op een moment dat de Israëlieten hun essentiële eenheid en verbondenheid met elkaar ervoeren. Rasji - de 12e eeuwse bijbelse commentator - zegt dat Israël op de Sinaï stond "als één persoon, met één hart."
Hij ziet deze mystieke staat van eenheid en verbondenheid tot uiting komen in een ongewoon gebruik in de Thora van de tweede persoon enkelvoud van het werkwoord wayichan (legeren). Het beschrijft Israël dat zijn kamp (machanee) opslaat aan de voet van de berg: "En Israël was gelegerd met uitzicht op de bergen" (Exodus 19:2). De Thora gebruikt gewoonlijk het meervoud van het werkwoord wayachanoe wanneer het kamperen van Israël in de woestijn wordt beschreven.
De openbaring op Sinaï begint met een moment van eenheid onder de mensen. Permanent "als één persoon, met één hart," zijn de mensen opgenomen in een toestand van diepe stilte waarin ze hun Eenheidsbewustzijn ervaren. Deze mystieke staat, volgens de Thora, werd gekenmerkt door synesthesie - de samenvoeging van alle zintuigen. Met betrekking tot de passage "en heel het volk zag de stemmen en vlammende fakkels en de stem van de Sjofar en het roken van de berg" (Exodus 20:18), zegt de Midrasj:" Ze zag wat meestal wordt gehoord, en hoorde wat gewoonlijk wordt gezien. De zintuigen ervoeren elkaars ervaringen."
Onvoorbereid voor de intensiteit van hun ervaring vrezen de Israëlieten dat zij zullen sterven van deze ervaring en zij zeggen tot Mozes: "Spreek gij met ons, en wij zullen horen, maar God spreke niet met ons, opdat wij niet sterven "(Exodus 20:19).
Volgens de legende zouden de Israëlieten eigenlijk zijn gestorven door de macht van de openbaring. Zij worden enkel en alleen opgewekt door een keur aan engelen die hen genezen en ze met hemelse kronen tooien. Volgens een Chassidische gedachte hoorden de Israëlieten alleen de stille Hebreeuwse letter alef van het eerste woord van de openbaring- "Anochi" (IK BEN) - voordat hun zielen hun lichamen verlieten. Alef, die gelijk is aan "Eén" in de Joodse numerologie, symboliseert de essentiële eenheid van al het zijnde, dat de Israëlieten waar namen bij de Sinaï. Op momenten van spiritueel ontwaken als dit moment realiseren mensen vaak dat hun 'ene ik' deel uitmaakt van een groter geheel dat ook als een 'ik,' als een saamhorige eenheid, wordt ervaren. Voor de Israëlieten werd dit nieuwe spirituele bewustzijn vertaald in een nieuwe sociale visie.
Bij het realiseren van het gevoel van de volledige verbondenheid met elkaar en met alle leven namen de Israëlieten de verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn op zich: "Kol Yisrael arevim zeh la'zeh" (Heel Israël is verantwoordelijk voor/ is verbonden met elkaar). Met andere woorden: ze vertalen hun mystieke bewustwording van "eenheid" in een nieuwe manier van leven en ze baseren zich in de wereld op wederzijdse zorg, sociale verantwoordelijkheid, gerechtigheid en barmhartigheid. Dit werd de nieuwe menselijke maatstaf sindsdien (bron: Temple Emanu-El, San José, Cal. USA; learning for Shavuot).
Als we dit bijbelse verslag van Mattan Thora nauwkeurig bestuderen vinden we dat de openbaring op Sinaï geen exacte datum heeft. In feite lijken alle verwijzingen naar de tijd en de werkelijke locatie opzettelijk vaag te zijn. Chassidische commentaren suggereren dat de openbaring op de Sinaï geen precieze datum of plaats kent omdat de Thora voortdurend wordt geopenbaard in elke plaats op elk moment.
De goddelijke stem die gehoord werd bij de Sinaï is een stem die echoot door de tijd en ruimte. Het is een stem die nooit ophoudt. Om die te horen moeten we gewoon stil en leeg zijn, zoals de woestijn (Midbar) dat zelf is. In de plaats van "geen-dingen (mi-ein dawaar/ midbar)" kunnen we beginnen aan de Goddelijke roeping van de Ene te horen.
In de midrasjverzameling Sjemot Rabba 29:7 lezen we: 'Dit zei rabbi Abahoe in naam van rabbi Jochanan: "Toen de Heilige Gezegend is Hij de Thora gaf, piepte geen vogel, geen enkel dier fladderde, geen os sjouwde, geen blad bewoog, de engelen vlogen niet, de Serafijnen spraken geen Kedoesja, de zee ruisde niet, de wezens murmelden niet; het heelal was stil en sprakeloos. En een stem kwam op en zei: "Anochi Adonai Elohecha (Ik ben de Eeuwige, uw God)."
Ik wens u allen Chag Sameach, nog vele jaren Jom Tov bij gezond.
Bert Oude Engberink - 24 mei 2015 / 6 siewan 5775